AI (Artificiële Intelligence) wordt steeds vaker gebruikt in klaslokalen over de hele wereld, maar met het steeds meer gebruik dat het krijgt zijn er ook een aantal zorgen die aan de orde zijn.
Het gebruik van AI in het klaslokaal stelt leraren in staat om studenten te volgen en dit opent een aantal privacybekommernissen. AI kan gemakkelijk studenten volgen, wat betekent dat hun persoonlijke leergegevens, zoals hun prestaties en hun gedrag, kunnen worden geregistreerd. Dit kan Privacygevoelige informatie bevatten over studenten die niet openbaar gemaakt moet worden.
AI heeft het potentieel om onjuiste informatie aan studenten te geven als gevolg van zijn algoritme, wat problemen van gender- en rassediscriminatie kan veroorzaken. AI heeft ook de neiging om gebaseerd te zijn op modellen die zijn gebouwd met informatie uit het verleden, wat betekent dat met betrekking tot variabelen als gender en etniciteit, de AI een grote kans heeft om vooroordelen over te dragen. Studenten die deze vooroordelen ondervinden, kunnen vervolgens hun studie of hun interesses omarmen.
Vanwege de manier waarop AI werkt, en de complexiteit van het leerproces, is AI nooit helemaal accuraat. AI kan niet de menselijke factor implementeren tijdens het opleiden, resulterend in fouten in het opleiden van AI. Sommige van deze fouten kunnen universeel zijn, wat ook fouten veroorzaakt in de leerresultaten van studenten. AI gebruiken kan daarom foutieve antwoorden geven op vragen, wat grote gevolgen kan hebben.
Hoewel AI veel leraren kan helpen bij hun dagelijkse taken, is het belangrijk om de mogelijke gevaren van de implementatie ervan te begrijpen en te herkennen. Door goede processen en technieken te implementeren, kan AI effectief en veilig worden gebruikt voor het onderwijs.